De taalontwikkeling stimuleren tijdens het spelen

In de artikelen “Taalontwikkeling stimuleren – algemene tips” en “Taalontwikkeling stimuleren in alledaagse situaties” heb ik al veel tips gegeven om de taalontwikkeling te stimuleren.

In dit artikel gaan we specifiek in op het stimuleren van de taalontwikkeling tijdens spelmomenten. Hierbij ga ik er vanuit dat je een spelmoment kiest waarbij je samen met je kind kan spelen (als je kind alleen speelt, kan je immers veel minder stimuleren). Dit hoeft niet lang te zijn: 5 of 10 minuutjes samen spelen kan, zeker met deze tips, al ontzettend waardevol zijn! Hieronder ga ik in op een aantal spelsituaties en geef ik voorbeelden: welke woorden kan je gebruiken en welke activiteiten kan je doen om de taalontwikkeling van je kind te stimuleren?

Spelen met blokken of ander constructiemateriaal (zoals bijvoorbeeld duplo)
Benoem wat jij of je kindje doet. En benoem ook dingen die jullie zien, horen en voelen.
Bijvoorbeeld:

  • “Kijk, een blok!”
  • “Mijn blok is rood.”
  • “Wauw! Jouw toren is hoog!”
  • “Jouw blok is groot, mijn blok is klein.”
  • “Wooooh… ga je de toren omduwen..? Hij gaat vallen!”
  • “Jij pakt het blauwe blok.”

Activiteiten die jullie samen kunnen doen

  • Zet een wekkertje (bijvoorbeeld 2 of 3 minuten) en kijk wie de hoogste toren kan bouwen.
  • Pak een kleurendobbelsteen en gooi om de beurt. Zoek een blok van dezelfde kleur: die kleur gaat op de toren/in het kasteel/op het huis.
  • Je kan poppetjes of auto’s erbij pakken om het spel te verrijken. Bouw bijvoorbeeld een garage voor de auto’s, of een speeltuin voor de poppetjes.

Spelen met auto’s
Benoem wat jij of je kindje doet. En benoem ook dingen die jullie zien, horen en voelen.
Bijvoorbeeld:

  • “Pak jij de groene kiepauto?”
  • “Het is rood! Stoppen!”
  • “Wow, jouw auto rijdt snel!”
  • “Vrrroem, ik ga parkeren.”
  • “Ik ben helemaal vies. Ik ga naar de carwash. Wassen, wassen psssht.”
  • “Hallo monteur, mijn achterwiel is kapot. Kan jij hem maken?”

Activiteiten die jullie samen kunnen doen

  • Zet voorwerpen of leg plaatjes op verschillende plaatsen op de grond en laat de auto’s daar naartoe rijden.
  • Leg verschillende kleuren papier (bijvoorbeeld vouwblaadjes) neer en sorteer de auto’s op kleur.
  • Bouw een garage of carwash (zie mijn instagrampost met dit idee)
  • Zing een liedje terwijl je speelt. Bijvoorbeeld de wielen van de bus. Of klein rood autootje. De tekst kan je zelf aanpassen als je wil. De wielen van de vrachtwagen/auto/fiets bijvoorbeeld.

Spelen met een keukentje/keukenspullen
Benoem wat jij of je kindje doet. En benoem ook dingen die jullie zien, horen, voelen, ‘proeven’ en ‘ruiken’.
Bijvoorbeeld:

  • “Oeh, de taart is nog warm!”
  • “Ik zet de grote pan op het fornuis.”
  • “Roeren..”
  • “Jij hebt een groen bordje.”
  • “Kijk, mijn bakje is leeg.”
  • “Zo, de oven is dicht.”

Activiteiten die jullie samen kunnen doen

  • Eten maken (en benoemen!). Je kan houten/plastic eten gebruiken dat misschien wel bij de keukenspullen ligt. Je kan ook eten tekenen en knippen of kleien. Maak ook eens iets wat je kind niet zo snel maakt, zodat je variatie aanbrengt en de woordenschat van je kind vergroot.
  • Letter- of cijfersoep maken, met bijvoorbeeld foam- of magneetletters (of -cijfers). Benoem wat je in de soep doet of welke letter of welk cijfer je opeet.
  • Zelf actief meedoen en benoemen wat je doet.
  • Bekijk ook eens mijn instagrampost over eten geven aan poppetjes.
  • Categoriseren: zelfde soorten bij elkaar leggen. Je kan spelen dat je dat voor een restaurant of winkel doet. Bijvoorbeeld: al het eten in een bakje en al het drinken in een kan. Of een bakje met eten en een bakje met niet-eten. Of een pan met groenten en een pan met fruit.

Spelen in de zandbak
Benoem wat jij of je kindje doet. En benoem ook dingen die jullie zien, horen, voelen, proeven en ruiken.
Bijvoorbeeld:

  • “Dit zand is lekker zacht”
  • “Zo, helemaal vol”
  • “Mmmm, jij hebt een grote taart gemaakt!”
  • “Zo dan! Die kuil is diep!”
  • “Je wil de groene schep”
  • “Je bent lekker aan het harken”

Activiteiten die jullie samen kunnen doen

  • Taartjes maken in verschillende vormen, en die vormen benoemen.
  • Letters of cijfers tekenen in het zand. Of andere figuren die je kan benoemen. (als je tekentalent hebt 😉 )
  • Iets verstoppen onder het zand. Praat er samen over: wát is verstopt? Waar is het verstopt? Stem je taal af op het niveau van je kind, zie hiervoor ook mijn artikel “Taalontwikkeling stimuleren – algemene tips”.

Spelen met een bal of ballon
Benoem wat jij of je kindje doet. En benoem ook dingen die jullie zien, horen en voelen.
Bijvoorbeeld:

  • “Jij kan hard rollen.”
  • “Gooi maar, ik ga de bal vangen!”
  • “Oeh, je hebt de gele ballon.”
  • “Dat was een hard geluid! De ballon is kapot.”
  • “Jaaaa, schoppen!”

Activiteiten die jullie samen kunnen doen

  • Bal overrollen en tellen.
  • Ballon in de lucht houden (individueel of samen) en tellen.
  • Bal overgooien of overrollen met een spelletje: Kies een categorie en noem iets van die categorie voordat je gooit of rolt. Bijvoorbeeld categorie ‘dieren’. Jij noemt een dier ‘leeuw’ en gooit de bal naar je kind. Je kind brult als een leeuw en noemt dan een ander dier ‘olifant’ en gooit de bal weer naar jou. Jij tettert als olifant (of stampt rond als een olifant) en noemt weer een dier, etc.
    • Je kan ook steeds een letter noemen, dat de ander een woord moet roepen met die letter.
    • Of een kleur, noem dan iets met die kleur wat je kan zien.
    • Eten of drinken, groenten of fruit, om de beurt iets uit die categorie noemen.
    • En zo kan je zelf misschien nog meer bedenken!